Pindasaus en straatmuzikanten - Reisverslag uit Benares, India van RobbertNeijenhuis - WaarBenJij.nu Pindasaus en straatmuzikanten - Reisverslag uit Benares, India van RobbertNeijenhuis - WaarBenJij.nu

Pindasaus en straatmuzikanten

Door: Robbert

Blijf op de hoogte en volg

22 Januari 2014 | India, Benares

In januari van elk jaar wordt door Hindoes Pongal gevierd, een festival dat grote religieuze betekenis heeft. Er wordt gevierd dat het traditionele landbouwseizoen (rijstoogst) ten einde is, waarbij boeren even rust kunnen nemen. Voor mij heeft dit festival misschien minder betekenis, maar voorziet het wel in een mogelijkheid (opnieuw) een korte break van 10-12 dagen te nemen van het werk. De eerste week van januari moest er nog wel wat werk gebeuren. We moesten nog acht scholen bezoeken voor het doen van een nulmeting. Dit keer scholen die niet binnen het ILSE-programma meedoen, als controlegroep. Op zich wel moeilijk om naar deze scholen te gaan, aangezien we ze verder niet dezelfde materialen en hulpmiddelen kunnen bieden als de andere scholen. Toch heel fijn om te zien dat de leraren mee willen werken en natuurlijk dat de kinderen net zo enthousiast zijn! Toen we alle gegevens verzameld hadden (1 dag in de vissersdorpen, 1 dag in het stammengebied), konden we ons allemaal richten op de reis die we hadden gepland tijdens Pongal. In tegenstelling tot mijn eerdere reis naar Bangalore, Pondicherry en Chennai, zou ik nu samen reizen. Rond de jaarwisseling is een vijfde vrijwilligster, Erna (die al jaren voor Friends Indeed werkt), voor een maand naar India gekomen. Gezamenlijk hebben we een begin- en eindpunt bepaald en besloten dat we alles ertussenin gewoon onderweg zouden bezien.

Hoewel India een gigantisch groot land is, is het relatief gemakkelijk om van A naar B te reizen. Er gaan frequente binnenlandse vluchten tussen de vele miljoenensteden die het land rijk is. Dezelfde steden zijn allemaal met elkaar verbonden via het railnetwerk, dat zich als een spinnenweb uitstrekt over heel India. Deze erfenis, die stamt uit het koloniale tijdperk van voor 1947, is een zeer waardevol stuk infrastructuur. Met ruim 1,6 miljoen werknemers zijn de ‘Indian Railways’ (in handen van de overheid) de grootste publieke werkgever ter wereld. Onze reis startte op woensdag 8 januari met een monsterrit van zo’n 33 uur van Vizianagaram naar Agra. Deze middelgrote Indiase stad (1,2 miljoen inwoners), is wereldberoemd vanwege de Taj Mahal. Gedurende de treinrit, van zo’n 1600 km (kosten: omgerekend 7,00 euro p.p...!!!) hebben we onszelf goed weten te vermaken en vooral het hartenjagen met een aantal Indiers in de treincoupé was hilarisch. Bovendien is er genoeg te zien, zowel wanneer je door het raam naar buiten kijkt en het uitgestrekte landschap aan je voorbij ziet trekken (en het daadwerkelijk ziet veranderen omdat je naar het noorden gaat), als binnen in de trein. Er lopen tientallen mensen af en aan met allerlei soorten snacks, eten, drinken, sieraden, zonnebrillen, schoenen, maar ook een heleboel bedelaars. We hadden een goedkoop treinkaartje (en wilden niet luxer) maar vonden dat juist de charme van het reizen.Toen we een geschikt hotel hadden gevonden in Agra en onze bagage hadden gedropt, zijn we gaan rondstruinen. Tijdens het lopen hadden we het over de vele dingen die we langs de weg zagen gebeuren. Omdat Erna net als ik een geograaf is, leverde dit ontzettend boeiende discussies en gesprekken op, waarbij we al pratend onze voeten volgden. Zonder echt ergens te zijn uitgekomen, bereikten we het hotel weer en zijn we wat gaan eten in een zeer klein ‘restaurantje’, waar de uitstekende kok op één m2 onder de trap zijn gerechten stond te bereiden. Moe van het reizen zijn we gaan slapen, om vervolgens de dag erna (vrijdag) op de bus te stappen voor een dagtrip naar ‘Fatehpur Sikri’. Dit is een grote verzameling gebouwen en ruïnes uit de 16e eeuw, gebouwd door Akbar, de toenmalige heerser over India tijdens de Moghul-dynastie. De plek kwam pas echt tot leven toen we een gids namen en die van het bezoek een verrassend hoogtepunt wist te maken. ’s Avonds boekten we onze volgende treinrit en werden vanwege de beperkte beschikbaarheid min of meer gedwongen via de stad Allahabad te reizen. Ons uiteindelijke doel was Calcutta te bereiken voor de 19e januari en ondertussen het bedevaartsoord Varanasi aan te doen. Maar eerst stond de Taj Mahal op de planning. Omdat het een gebouw is die je al veel op foto’s en in films (bijvoorbeeld Slumdog Millionnaire) hebt gezien, weet je ongeveer wat je kunt verwachten. Toch is het een adembenemende ervaring om daadwerkelijk voor het bouwwerk (a.k.a. ‘het ding’) te staan en vooral om het van een afstandje te bekijken en er naartoe danwel omheen te lopen. Alleen jammer van al die toeristen! De hele atmosfeer is zo anders, en het voelt in geen enkel opzicht als India (zoals ik het tot nu toe heb gezien). We hadden deze dag overigens wel geluk met het weer: de zon liet zich eindelijk eens zien. De dagen ervoor was het bar koud (12-15 graden) geweest, iets waar we ons qua kleding totaal niet op hadden voorbereid. Zo had ik bijvoorbeeld alleen een paar Birkenstocks bij me om op te lopen en slechts één trui...

Onze volgende bestemming was, zoals gezegd, Allahabad. Na opnieuw een nachttrein (dit scheelt een hotelovernachting), kwamen we ’s ochtends vroeg aan. Een goed Indiaas ontbijt met heerlijke ‘dosa’ en goede koffie gaf weer genoeg energie voor een flinke wandeling, dit keer met al onze bagage bij ons. Uiteindelijk liepen we aan de rand van de stad een grote zandvlakte op, waar wel duizenden tenten stonden. Zonder dat we wisten wat er aan de hand was liepen we door, totdat we bij de oever van de rivier de Ganges (ja, de heilige rivier) aankwamen. De mensen die in de tenten woonden bleken op bedevaart om zich te reinigen bij de ‘Sangam’, de plek midden op het water waar drie heilige rivieren (Ganges, Yamuna en Saraswati) samenkomen. Elk jaar in januari trekt deze plek duizenden pelgrims die hun zonden komen wegwassen. Nieuwsgierig als we waren zijn we ook in een bootje gestapt en hebben we een ritueel met bloemen, kaarsjes, wierook, en rozenwater laten voltrekken. Dit was natuurlijk iets waar (net als bij andere heilige plaatsen, zoals tempels) flink voor betaald diende te worden. Toch was het een ervaring die niet snel te vergeten is. Alle indrukken van deze en vorige dagen (de armoede, de immense contrasten, het sterke geloof in het heilige en de chaotische drukte) werden dan ook eventjes te veel.
Die middag vertrok onze trein naar Varanasi alweer, althans dat was de bedoeling. De trein had 2,5 uur vertraging en we hebben flink staan koukleumen op het station. Toen de trein er eindelijk was, deed deze er ook nog eens anderhalf uur langer over dan gepland. Dit resulteerde in het feit dat we pas rond half 12 ’s avonds aankwamen in Varanasi. Toen we een rickshaw namen naar ons hotel was het flink donker buiten, iets wat later veroorzaakt bleek te worden door een stroomuitval. Varanasi is ook aan de Ganges gelegen en is een van de oudste en langst bewoonde steden ter wereld. Echter, langs het water waar ons hotel zou moeten zijn, was het niet mogelijk met de rickshaw te komen vanwege de vele smalle steegjes en straatjes. Dit was iets wat onze chauffeur bewust had verzuimd te vertellen, met de intentie ons naar een ander hotel te brengen. Hij reed ons echter ineens een pikdonker steegje in en schakelde abrupt de motor en de lichten uit en zei dat we niet verder konden. We schrokken enorm en dachten dat hij kwaad in de zin had. Gelukkig bleek er niet zoveel aan de hand, maar hebben we meteen ingestemd met het hotel dat hij vervolgens voorstelde. Pas de volgende dag toen het weer licht was, zagen we de opbouw van de stad en viel het ons ook op dat er zoveel toeristen rondliepen. De dagen dat we in Varanasi waren, bleek er opnieuw een festival aan de gang. Er hingen de hele dag honderden vliegers boven de huizen in de stad en er waren grote aantallen bedelaars naar Varanasi getrokken om rijst te verzamelen die door meer welgestelde Indiërs werd uitgedeeld (voor goed karma). Daarnaast werd de Ganges de hele dag gebruikt door een grote hoeveelheid mensen om in te baden en te wassen, echt een spektakel om naar te kijken. Wat nog meer indruk maakte was de openbare verbrandingsplaats langs de heilige rivier. Hier liepen we nogal toevallig tegenaan tijdens een wandeling. Er brandden meer dan tien stapels hout, met daarop de in doeken gewikkelde lichamen van overleden mensen. Telkens werden nieuwe lichamen aangedragen en na een kort ritueel met familieleden werd de houtstapel aangestoken. Na afloop werden de as en de niet verbrande botten in de heilige rivier geworpen. Deze ‘Burning Ghat’, die 24 uur per dag doorgaat, maakte zoveel indruk op ons dat we er even van moesten bijkomen.
Onze laatste dag in Varanasi leverde ook een boel onverwachtse gebeurtenissen op. Na een intensieve les Yoga van 2 uur leidde een stadswandeling weg van de rivier ons naar een productieplaats voor het maken van zijden sjaals en ‘dekbedovertrekken’ (een woord wat een Indiër kent?!) . Daarnaast belandden we nog bij een man met een bedrijfje in ‘Aromatics’ en hij vertelde ons van alles over de werking van kruiden en oliën. Helaas konden we niet te lang blijven, want we hadden opnieuw een trein te halen naar onze eindbestemming Calcutta.

Tot nu toe hadden we al een heleboel gezien en elke nieuwe stad heeft een eigen karakter en atmosfeer. Zo waren Agra en Varanasi niet met elkaar te vergelijken en bezoeken mensen deze steden voor hele andere redenen. Tijdens het reizen merk je op een gegeven moment duidelijke verschillen in de hoeveelheid afval en troep op straat, de dieren (apen, honden, varkens en koeien) die wel of juist niet aanwezig zijn, en ook in het voedsel dat op straat verkocht wordt. Op een gegeven moment waren we aan het fantaseren over eten dat niet of nauwelijks in India verkrijgbaar is, zoals pizza, kaas en drop, toen me ineens te binnen schoot dat er ook nergens pindasaus verkocht werd. Dit terwijl pinda’s op elke straathoek worden verkocht en het goed smaakt bij rijstgerechten! Een gat in de markt dus. Later viel het ons ook nog op dat we tussen alle bedelaars en zwervers nog geen enkele straatmuzikant hadden gezien. Erna grapte vervolgens dat dit een pakkende titel zou zijn als ik ooit nog een boek over India zou schrijven; of natuurlijk voor een blog als deze!
Maar goed, volgens mijn dwaal ik wat af en merk ik ook dat het een heel verhaal aan het worden is. Van tevoren wilde we eigenlijk niet al te lang in de miljoenenstad Calcutta blijven en wat meer de rust van de natuur opzoeken. Maar de stad bleek tegen onze verwachtingen in erg interessant en daarom besloten we er de laatste paar dagen van onze reis toch te blijven. Het absolute hoogtepunt was een geweldige walking tour door de stad (van ruim 4 uur) met een Australische gids die al 18 jaar in de stad woonde. Hij wist zo boeiend te vertellen en alle vragen die we stelden over huisvesting, religie, armoede, transport en nog veel meer wist hij passend te beantwoorden. Daarnaast hebben we de Bengaalse keuken verkend en een kookles gevolgd bij een Indiase huisvrouw en heerlijke cocktails gedronken op het dak van een restaurant op 10 hoog met prachtig uitzicht over de stad.

Terugkijkend op een hele indrukwekkende reis, waarbij we hard geconfronteerd zijn met de realiteit met betrekking tot leven en vooral de dood, veel hebben geleerd over gebruiken en religie, allerlei verschillende type straatvoedsel hebben geprobeerd (en niet ziek geworden!!) , veel armoede hebben gezien, maar ook voorbeelden van extreme weelde en de enorme grootte van India en haar afstanden hebben ervaren, hoefden we alleen nog terug naar de Campus met een vlucht van anderhalf uur. Helaas misten we onze vlucht – terwijl we vlak ervoor nog hadden gepraat over het feit dat we beiden nog nooit een vlucht hadden gemist . We hadden geen zin terug te gaan naar de stad, een overnachting te boeken en pas de volgende dag rond dezelfde tijd een vlucht terug te nemen. Daarom hebben we een taxi naar het station genomen en een kaartje gekocht voor de nachttrein (duur: 11 uur). Hoewel de rit niet heel comfortabel was en we enigszins gesmokkeld hebben met de klasse waarin we hebben gereisd, kwamen we de volgende ochtend rond half 11 weer aan op de campus. Hier was het nog vrij rustig, aangezien veel van de kinderen nog niet terug waren van hun vakantie en familiebezoeken. Toch was het fijn weer terug te zijn!

Ik heb nog een heleboel niet verder kunnen toelichten, bijvoorbeeld de grote diversiteit aan straatvoedsel (en de verschillen daarin tussen het noorden en het zuiden), hoe het is om zoveel met de trein te reizen, wat de grootste verschillen zijn tussen de steden die we gezien hebben en ga zo maar door. Wel heb ik eindelijk nieuws over de tafeltennistafel. Deze lijkt er deze week te gaan komen, iets waar ik (veels te) lang naar uit heb gekeken! Nu ben ik weer terug op de campus, een beetje bijgekomen van het reizen. We hebben genoeg werk om ons niet te hoeven vervelen tot het einde van februari! Ik zal jullie op de hoogte houden!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Actief sinds 15 Juli 2013
Verslag gelezen: 235
Totaal aantal bezoekers 5908

Voorgaande reizen:

27 Oktober 2013 - 30 Maart 2014

Incredible India

18 Juli 2013 - 05 September 2013

Buenos Aires

Landen bezocht: